De brughoektumor

Inleiding

Een brughoektumor, ook wel vestibularis-schwannoom of acousticusneurinoom genoemd, is een goedaardig gezwel uitgaande van de omhulling (zenuwschede) van de gehoor- en evenwichtszenuw. Deze zenuw is opgebouwd uit twee zenuwgedeelten, waarvan één uit het slakkenhuis en één uit het evenwichtsorgaan komt. 

Deze zenuw loopt door het rotsbeen via een benig kanaal, de inwendige gehoorgang, naar de hersenen (zie tekening). Ook de aangezichtszenuw loopt door de inwendige gehoorgang.

Door de inwendige gehoorgang lopen de zenuwen richting de hersenstam. Op deze plaats begint de tumor geleidelijk uit te groeien. De tumor ontstaat meestal in de inwendige gehoorgang en groeit langzaam verder door de inwendige gehoorgang richting de hersenstam en kleine hersenen. De hoek tussen hersenstam en kleine hersenen wordt wel de ”brughoek” genoemd. De oorzaak van deze tumorgroei is niet bekend. Brughoektumoren groeien meestal heel langzaam en soms zelfs nauwelijks.


De klachten van een brughoektumor

De meeste mensen met een brughoektumor klagen over éénzijdige slechthorendheid en evenwichtsstoornissen (meestal een gevoel van onzekerheid). Vaak zijn er klachten van oorsuizen. Door groei van de tumor ontstaat druk op de omliggende zenuwen en eventueel hersenweefsels. Dit geeft uitval van de gehoor- en evenwichtszenuw; ook kan een doof gevoel in het gelaat ontstaan.

Er is geen verband tussen de ernst van de klachten en de grootte en/of groeisnelheid van de brughoektumor. Zo is het mogelijk dat een kleine brughoektumor veel klachten geeft en een grote brughoektumor niet of nauwelijks. Verergering van klachten betekent lang niet altijd dat de brughoektumor (veel) groter wordt. Vermindering van klachten wil niet zeggen dat de groei is gestopt of gestabiliseerd.
In sommige gevallen wordt de brughoektumor bij toeval ontdekt zonder dat er klachten bestaan.

Een brughoektumor wordt meestal vastgesteld door een nko-arts. Een gehoortest en evenwichtstest kunnen wijzen in de richting van een brughoektumor. Het aangewezen onderzoek om de diagnose te bevestigen is een NMR-scan. Soms wordt door een neuroloog een brughoektumor vastgesteld.


De behandeling

Meestal worden patiënten met een brughoektumor doorverwezen naar een neuroloog. Bij de keuze voor een bepaald beleid bij een vastgestelde brughoektumor worden verschillende factoren betrokken. Het is belangrijk te realiseren dat er maar één reden is om tot behandeling over te gaan: het voorkomen van een levensbedreigende situatie in de toekomst ten gevolge van uitbreiding van de tumor met druk op de hersenstam.

Door de behandeling kunnen de bestaande klachten soms wel en soms niet verdwijnen. Dit maakt de keuze om over te gaan tot een behandeling moeilijk, toch is het in sommige gevallen noodzakelijk. Voor elke individuele patiënt wordt een afgewogen keus gemaakt, waarbij ook de patiënt zelf een belangrijke stem heeft.

In principe zijn er 3 vormen van behandeling:

  • Wachten en vervolgen (“wait and scan”)
  • Opereren
    De tumor wordt door een operatie verwijderd.
  • Stereotactische bestraling
    De tumorgroei wordt door een zeer gerichte bestraling gestopt.

De groeisnelheid van de tumor is over het algemeen zeer gering. Gemiddeld groeien brughoektumoren 1-2 mm per jaar. In sommige gevallen is er echter gedurende vele jaren nauwelijks groei waarneembaar. Dit wordt in principe éénmaal per jaar met een controle-NMR-onderzoek gecontroleerd. Een afwachtend beleid is een mogelijkheid bij een relatief kleine tumor en/of bij relatief geringe klachten. Daarnaast kunnen er andere redenen (andere ziekten en/of leeftijd patiént) zijn om af te zien van een behandeling.

Het verdient aanbeveling om bij een grote of snel groeiende tumor direct of sneller te behandelen, om problemen op afzienbare termijn te voorkomen. Tevens is het zo dat als de tumor nog groter wordt, er meer kans is op schade, zowel na operatie als ook na bestraling.

Scroll naar boven