Operaties aan de neuspoliepen bij kinderen

Wat zijn "de poliepen" en wat is hun functie?

Het lichaam bezit een uitgebreid systeem om infecties te bestrijden, het zgn. lymfkliersysteem. De overgang van mond en neus naar de keel bevat, als een soort ring, veel van dit lymfklierweefsel. Het vangt binnendringende ziekteverwekkers zoveel mogelijk op en maakt ze onschadelijk.

Op een paar plaatsen is dit lymfklierweefsel verdikt:

In de neus-keelholte (N)

neuspoliep operatie Dit is de ruimte achter de neus boven het zachte gehemelte. Het verdikte lymfklierweefsel in het dak van de neus-keelholte noemt men de poliep (het adenoïd). De poliep is vooral bij jonge kinderen aanwezig. Vanaf ongeveer het 8e levensjaar neemt de grootte af. Aan weerszijden van de poliep begint de zgn. buis van Eustachius, de verbinding waardoor lucht van de neus-keelholte naar de oren moet gaan.

In de keel (K)

De zgn. keelamandelen (de tonsillen) zijn te zien als knobbels links en rechts achter in de keel. De huig, het aanhangsel van het zachte gehemelte, hangt midden tussen de keelamandelen.

Achter op de tong (T)

Dit deel wordt de tongamandel genoemd en gaat aan de zijkant van de tong over in de keelamandelen. De tongamandel geeft slechts zelden klachten. De poliep en de keelamandelen vormen maar een klein gedeelte van het lymfkliersysteem van het lichaam. Eventuele verwijdering van de amandelen heeft daarom geen merkbare gevolgen voor de afweer.

Wat voor klachten kunnen de neuspoliep geven?

Wanneer de poliep de hoeveelheid binnendringende ziekteverwekkers niet meer aan kunnen, raken ze zelf ontstoken. Hierbij treedt in het algemeen een forse zwelling van de poliep op. Dit kan leiden tot een voortdurende of telkens optredende verkoudheid met een vieze neus. Andere klachten kunnen zijn: slecht slapen, snurken, veel door de mond ademen of herhaalde oorontstekingen. Af en toe is de poliep niet de enige factor in de bovenste luchtweg die de recidiverende ziektes veroorzaakt en doet de keelamandel ook mee in het  verhaal. De nodige informatie hierover vind je bij amandelen bij kinderen
Zijn de keel- en neusamandelen gelijktijdig ontstoken, dan bestaat het klachtenpatroon uit een combinatie van het de twee.

Wanneer is het gewenst om de poliep te verwijderen?

De ernst van de klachten bepaalt of het nodig is de poliep te verwijderen. Hierbij is de mate van ziekzijn van belang, maar ook de vraag hoe vaak dit optreedt. Wanneer het onvoldoende lukt om de klachten met medicatie te bestrijden, dan kan het verstandig zijn om de poliep weg te laten halen. Vanzelfsprekend hangt het hierbij van de klachten af, of alleen de poliep of zowel de poliep als de keelamandelen verwijderd zullen worden. De leeftijd van het kind speelt eveneens een rol, hoe jonger het kind hoe terughoudender uw arts zal zijn. Een absolute leeftijdsgrens is er echter niet, de ernst van de klachten is en blijft de belangrijkste factor.
Bij de poliep is volledige verwijdering niet mogelijk. Het gaat hier om het uitnemen van het middelste, meest verdikte gedeelte. De poliep kan vanuit de randen aangroeien en soms na verloop van tijd weer klachten geven.

Opnamedag

De opname vindt plaats op de dag van de operatie. Afhankelijk van het operatieprogramma krijgt u bij het inschrijven van de operatie een uur van verwachte opname. Opnames kunnen gebeuren vanaf 7u00.
De dag van de opname dient uw kind nuchter te zijn. Over het algemeen betekent dit niet meer eten of drinken na middernacht. Bij kinderen jonger dan 3 jaar kan eventueel nog na middernacht een voeding gegeven worden. Bijkomende informatie vindt u in de brochure meegegeven door de arts over ‘opname van uw kind in het ziekenhuis’. Ook mag uw kind de dag van operatie geen koorts hebben. Zo dit het geval is, verwittigt u de arts.

Eerst en vooral meldt u uw kind aan op de opnamedienst. Deze bevindt zich op de gelijksvloer, eerste deur links bij het binnenkomen van het ziekenhuis (Inschrijvingen). Na uw opname wordt u naar de kinderafdeling (2de verdiep) verwezen waar uw kind wordt opgenomen en de nodige administratie in orde wordt gebracht. Verdere nuttige informatie krijgt u daar van de verpleegkundigen.Vanuit de kinderafdeling zal uw kind vervolgens naar het operatiekwartier worden gebracht. 1 persoon mag het kind vergezellen in de operatiekamer tot hij/zij slaapt.

Operatie

De operatie gebeurt onder een roesanesthesie. De amandel wordt weggenomen langs de mondholte. Er wordt ook altijd een infuus geplaatst nadat uw kind in slaap gebracht is ter veiligheid. Dit zal op de kinderafdeling worden verwijderd.

Na de operatie

Na de operatie wordt uw kind voor een tijdje in de ontwaakkamer geobserveerd. 1 persoon mag bij hem/haar blijven. Als uw kind goed wakker is, mag het naar de kamer waar verdere observatie zal gebeuren. Op advies van de anesthesist wordt het uur waarop uw kind mag beginnen drinken/eten bepaald. Het is normaal dat de eerste uren nog wat bloed uit het neusje komt, maar dit moet droog zijn bij ontslag. De arts zal nog langskomen om te vertellen hoe de operatie verlopen is en om uw kind te ontslaan. Een controle afspraak wordt geregeld.

Verder:

  • Thuis kan uw kind weer gewoon zijn/haar gang gaan. Hij/zij zal waarschijnlijk nog niet helemaal de oude zijn, maar dat komt in de loop van de dagen vanzelf.
  • De dag na de operatie mag uw kind weer naar buiten. Als uw kind zich goed voelt kan hij/zij na twee of drie dagen weer naar school. Na één week mag uw kind weer sporten of zwemmen.
  • Gedurende enkele dagen kan uw kind een onaangename ademlucht hebben. Dit komt door de open wondvlakte in de neusholte.
  • Ook kan de eerste ontlasting een andere kleur hebben (donker tot zwart). Dit komt door oud bloed dat uw kind heeft doorgeslikt.
  • Er kunnen rode vlekjes op het lichaam ontstaan. Dit komt door de narcose en ze verdwijnen vanzelf. Indien uw kind pijn heeft mag hij/zij eventueel een paracetamol krijgen of wat siroop. De hoeveelheid is afhankelijk van de leeftijd en het gewicht van uw kind. Meestal klaagt het kind echter niet van pijn, maar eventueel kan u voor een goede nachtrust van het kind nog wat pijnstilling geven voor het slapengaan. Geeft u voorlopig geen middelen die acetylsalicylzuur bevatten, zoals Aspirine.
  • Uw kind mag thuis weer normaal eten en drinken. Geef uw kind op de dag van de operatie niet te heet of te kruidig eten. Ook worden koolzuurhoudende dranken of sinaasappelsap afgeraden.